Vlinder vleugels: waarom zo bijzonder?

Dagvlinders en nachtvlinders zijn schubvleugeligen (Lepidoptera). De vleugels zijn geschubd (niet behaard, zoals bij schietmotten). Vlinders staan evolutionair gezien het dichtst bij schietmotten.

Nachtvlinder kleuren:

- Nachtvlinders hebben vaak minder opvallende kleuren in hun vleugels. Dit is mede om verwarring mee te creëren bij predatoren. Maar er bestaan ook nachtvlinders met felgekleurde vleugels om partners mee te lokken. Dit zijn dagactieve motten. 

- Sommige motten hebben speciale vleugels die vleermuis sonar goed absorbeert, zodat vleermuizen ze lastiger kunnen spotten.

Dagvlinder kleuren:

- Dagvlinders hebben felgekleurde vleugels om partners mee te lokken, voor camouflage en om verwarring mee te creëren.

- De felgekleurde vleugels van de blauwe morpho, Morpho menelaus, ontstaan niet door pigmenten, maar door iriserende delen. 

Geurplek:

- Vlindervleugels hebben een geurplek om partners mee te lokken. 

Overleven in de kou: 

- Vlindervleugels hebben bepaalde patronen en kleuren die de temperatuur van de vlinder reguleren.

- Vlindervleugels hebben levende cellen in zich die de temperatuur van de omgeving waarneemt, met behulp van een extra hart. Vlinders reageren hier vervolgens op door hun vleugelstand aan te passen of door zichzelf te verplaatsen.

- Vlinders die in de kou leven (de winter, de nacht of in de bergen) zijn meer behaard. 

- Tot slot hebben vlinders die overwinteren (dagpauwoog, citroenvlinder, kleine vos en gehakkelde aurelia) donkere ondervleugels. Dit zorgt voor camouflage als ze in een rustpositie zijn.