Rupsen

Rupsen leven op vreemde plekken en staan bekend om hun grote eetlust. Bij een plaag eten rupsen een plant zelfs helemaal kaal. Daarnaast zijn rupsen een prooi voor heel veel dieren, van vogels tot sluipwespen. Sommige rupsen hebben zich hier slim op aangepast.

Leefgebied:

Rupsen komen voor op verschillende plekken: bladeren, paddenstoelen, droog hout, en dieren (haren, horens of veren). Sommige leven op droge plekken en andere op natte. De ene in het licht en de ander in het donker. De rupsen van de kleinste vlinders leven zelfs in de binnenkant van bladeren.

Rietvink rups

Waardplant:

Een rupsen buffet is divers, van bladeren tot bijenwas.

Rupsen eten vaak maar een enkele plant. Deze plant wordt de waardplant genoemd. Sommige rupsen eten meerdere planten en enkele eten letterlijk elke plant die ze tegenkomen. Rupsen van de Isabella tijgermot (woolly bear caterpillar) eten bijv. elke plant die ze zien.

Tip: Als je niet van rupsen en schimmel houdt, strooi je lavameel over de planten. Door lavameel worden planten minder snel gegeten, waardoor ze niet afsterven. Bestrijdingsmiddelen uit de winkel doden daarentegen rupsen en andere dieren.

Kleine hageheld rups

Spinsel, een pracht of een plaag:

Sommige rupsen maken goed gebruik van hun spinsel, de dunne witte draad die uit de kont van de rups komt. Zo gebruiken ze het voor het maken van een liaan, waardoor de wind ze naar andere bomen kan slingeren. Een ander voorbeeld is voor het maken van een nest, waarin ze veilig kunnen verpoppen.

De rupsen van de witte stippelmot (spinselmot) en de bastaardsatijnvlinder staan bekend om het spinnen van grote gezamenlijke nesten die gehele struiken, bomen en auto's inpakken.

Stippelmot of spinselmot

Giftig:

Het kan zijn dat een plant giftig is. In dit geval wordt de rups (en soms de vlinder) ook giftig. Dit is het geval bij de zebrarups (de rups van de sint-jacobsvlinder). Deze rups moet je dus niet eten! Vogels, pas dus maar op.

Zebrarups (van sint-jacobsvlinder)